Na de Eerste Wereldoorlog breekt er een nieuwe tijd aan. Kunstenaars willen een heel nieuwe weg inslaan en de kunst radicaal veranderen: kunst is niet meer noodzakelijk een afbeelding van de realiteit, maar staat op zichzelf of vormt zelfs een eigen realiteit. Dat geldt ook voor de literatuur. Veel poëzie is in deze periode experimenteel, zoals de expressionistische en futuristische poëzie en dada. Ook in modernistisch proza zie je bij sommige schrijvers een radicale verandering in stijl. Zij schrijven zeer kort en bondig in de stijl van de Nieuwe Zakelijkheid: een groot verschil met het bloemrijke taalgebruik van de schrijvers uit het Fin de siècle.